'Dat is voor mij een grootse daad van activisme: dat we ons stukje mens laten zien en ook zonder oordeel kijken naar het stukje mens van degene tegenover ons.'
Onderdeel van Tweetakt 2022 was het programma ‘Dit is mijn strijd: over theater & activisme’, waarin journaliste Marijn van der Jagt met verschillende theatermakers in gesprek ging over de activistische elementen in hun werk. Op deze avond droeg de Utrechtse theatermaker Tim Schouten, die voorstellingen maakt met zijn eigen gezelschap Dear T, een statement voor. Hij vertelt daarin wat zijn missie is als theatermaker en legt uit hoe het maken van persoonlijk theater een vorm van activisme kan zijn. Het statement is hieronder terug te lezen.
Vanavond lees ik op een avond over activisme en theater een statement voor. Toch zou ik mezelf in eerste instantie niet snel als activistisch omschrijven. Ik heb een keer op het Malieveld gestaan toen ik in het eerste jaar van de toneelschool zat omdat de stufi werd afgeschaft, maar eigenlijk ging ik alleen omdat mijn hele klas ging. Als ‘goed homo’ zou je misschien verwachten dat ik naar de Pride ga, maar ook daar ben ik niet te vinden. Desondanks zijn er wel dingen die ik wil veranderen. Stiekem ben ik ook wel activistisch, alleen is op de barricades stappen niet echt mijn ding.
Even een zijpaadje: Vroeger heb ik God weleens beloofd dat als ik verliefd zou worden op een meisje dat ik dan zendeling zou worden in een ver land of zoiets. Dat is niet gebeurd, verliefd worden op een meisje. Maar toch voel ik me soms zendeling, niet per se van het woord van God, maar een zendeling in het theater.
Ik wil verandering teweeg brengen vanuit het theater, door mensen daar met elkaar te verbinden. Misschien wel op een zelfde manier als dat vroeger in de kerk gebeurde. Door samen te zingen, samen te huilen, te luisteren, te bidden, gedachten naar elkaar uit te spreken en door samen te ervaren. Mijn activisme vindt niet plaats op barricades en zal ook niet snel de vorm aannemen van een zeepkistmonoloog. Ik breng thema’s die me aan het hart gaan over het voetlicht vanuit een persoonlijke benadering. Ik probeer activistisch te zijn door persoonlijk te zijn. Hoe zo’n vorm van activisme precies werkt? Daar hoop ik jullie een inkijkje in te geven, ik ben het zelf ook nog aan het uitzoeken en heb het voor nu onderverdeeld in twee stappen.
Eerst een anekdote: ik liep met iemand door de binnenstad van Utrecht en we zeiden hallo tegen een man, waarna we zagen dat hij een poster op z’n raam had van een politieke partij waar we niet op zouden stemmen. Degene met wie ik was zei ’toch geen hallo’ en dat greep me: juist wel hallo!
Als we mensen met wie we het niet eens zijn niet meer kunnen groeten, waar zijn we dan beland? Toen Jezus net was gegeseld en met een doornen kroon op voor een joelende menigte stond, sprak Pilatus tegen het opstandige volk: ‘Ecce homo’. Dat vind ik zulke krachtige woorden: Zie de mens! Zie de mens achter meningen waar je het niet mee eens bent, die kan nog steeds gegroet worden.
In iedereen zit namelijk een mens. In iedereen zit iets waarvan we kunnen houden, daar ben ik van overtuigd. En dat stukje mens dat wij allemaal in ons dragen verbindt ons. Als theatermaker wil ik proberen dat stukje mens zichtbaar te maken op de vloer. Dat doe ik door persoonlijk te zijn en me kwetsbaar op te stellen. Zo laat ik iets van mijn stukje mens zien, vanuit mezelf of vermomd als personage. En daarmee doe ik ook gelijk een beroep op het publiek, ook op jullie vanavond, om je open te stellen, die stukjes mens naar buiten te laten komen en te voelen dat we allemaal niet veel van elkaar verschillen.
Ik wil me met iedereen kunnen verbinden en ook met iedereen kunnen praten. En ik wil dus ook niet intolerant zijn vanuit het ideaal van tolerantie. Dat ik, omdat ik iedereen wil tolereren, mensen uitsluit die daar anders over denken en op die manier uiteindelijk toch intolerant ben. Volgens mij is het veel logischer om je eerst te verbinden, de ander zijn mens te zien, jouw mens te laten zien en dan voorzichtig een gesprek te starten. Als dat nergens op uitkomt, laat je het voor wat het is, maar blijf je de ander wel groeten.
Zo heb ik als homo laatst gesolliciteerd voor de ledenraad van de Evangelische Omroep. Een adviesorgaan dat de directie adviseert over het te voeren beleid. Een groep van 67 mensen waarin ook leden zitten die homoseksualiteit afkeuren. Bij mijn sollicitatie werd gevraagd hoe ik daarmee om zou gaan. En ik kon eigenlijk niks anders zeggen dan dat ik het wel kon begrijpen en dat ik daar niet boos om zou worden. Ik heb zelf ook lange tijd gedacht dat liefde en seks tussen twee mannen ten strengste verboden was. En ik dacht in die jaren dat ik oprecht iets goeds deed door die liefde tussen twee mannen bij mezelf en bij anderen af te keuren. Natuurlijk intens onhandig van mij toen, van deze mensen in de ledenraad nu. Maar zullen we toch een poging doen om samen aan tafel te zitten? Zie de mens, gelijkwaardig. Ik zie jou, jij ziet mij.
Dat is voor mij een grootse daad van activisme: dat stukje mens van onszelf durven laten zien en ook zonder oordeel kijken naar het stukje mens van degene tegenover ons. Activistisch zijn door persoonlijk te zijn.
Daarom vond ik het ook zo belangrijk om in mijn voorstelling Het Prinsensprookje (geschreven door Caro Goldenbelt, een voorstelling over een prins die op zoek gaat naar de liefde en die uiteindelijk vindt bij zijn beste vriend Gijs) niks in het gezicht van het publiek te duwen. Maar om invoelbaar te maken dat het logisch is dat Harrie verliefd wordt op Gijs, omdat hij nou eenmaal degene is bij wie hij zich gelukkig voelt. Na het zien van dat verhaal is het een feest om samen met het publiek de huwelijksceremonie te doorlopen.
Activistisch zijn door persoonlijk te zijn betekent ook dat je durft te delen wat jou jou maakt, wat je bezighoudt en waar je voor staat. Want als je dat stukje mens van je durft te laten zien, dan kan er vanuit die openheid begrip ontstaan. En gek genoeg merk ik eigenlijk dat dat me beter lukt als homo dan als christen. Dat heeft misschien ook te maken met de omgeving waar ik me het meest in begeef. Waar het toen ik uit de kast kwam thuis lastig was om te praten over mijn homoseksualiteit, zo voel (en neem) ik in de theaterwereld niet altijd de ruimte om te praten over mijn geloof.
Ik kwam bijvoorbeeld laatst een oud-docent tegen op de toneelschool, waar ik aan de slag was met de derdejaarsstudenten om de voorstelling Adam & Eva: de rapopera te maken. Hij zei plagerig, “Natuurlijk begint ie bij het begin”. Ik zei niks terug, terwijl ik had willen zeggen: ‘Ja, ik begin bij het begin. Ik voel de noodzaak om hier iets over te maken, om te kijken wat voor waarde dit verhaal nu voor mij heeft. Vroeger zag ik het als een waargebeurd verhaal, maar er is veel veranderd en ik wil uitzoeken wat dit levensverhaal mij nu nog te leren heeft.’
Dat zou een daad zijn geweest van persoonlijk activisme, van authentiek handelen vanuit mezelf. Daar heb ik dus ook nog veel in te leren, ik ben een broekie. Het gaat er simpel gezegd om of je jezelf durft te zijn en je eigen waardes niet verloochent. Jouw identiteit, je normen en je waarden vormen jou, dus waarom zou je die verstoppen? ‘Preach them,’ zeg ik tegen jullie, maar ook tegen mezelf. Dus daar ga ik:
Ik ben Tim. Homo, christen, theatermaker. Ik maak graag toegankelijk theater, waar mijn ouders (die zo goed als nooit naar het theater gaan) ook wat mee kunnen. Ik houd zeer uitgesproken van de kleur oranje, ik zit fanatiek op TikTok, ben de laatste tijd vaak bang dat ik in een burn-out beland, twijfel vaak aan mezelf en voel me soms eenzaam omdat ik ontzettend veel werkcontacten heb, maar eigenlijk geen hechte vriendschappen. Ik ben Tim en ik ben trots dat ik hier voor jullie mag staan.
Toen ik afstudeerde van de toneelschool gebruikte ik twee citaten die nog steeds relevant voor me zijn en die ik graag met jullie deel. Allereerst een oproep van Lot Vekemans uit haar Staat van het Theater uit 2017 (de traditionele openingsspeech van het Nederlands Theater Festival, red). Een oproep om ook activistisch te zijn door persoonlijk te zijn:
“Het is irrelevant of we het met elkaar eens zijn. Sterker nog; we worden het niet met elkaar eens. (…) Grote moed tonen. Daar ligt voor mij een antwoord op de vraag wat we kunnen doen. Moed om je eigen plek in te nemen. Ongeacht wat een ander van je verlangt of verwacht. Moed om te gaan staan en blijven staan waar je hoort en vanuit daar te handelen. Juist als het moeilijk wordt. Juist als je angst hebt. Want moed zonder angst is geen moed.”
En tenslotte een citaat uit de Bijbel (1 Korinthe 13) een appèl voor de liefde waarmee ik jullie wil bemoedigen om de mens te zien in iedereen om je heen:
1 Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen-had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. 2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen-had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 3 Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn-had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. 4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5 Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. 7 Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. 8 De liefde zal nooit vergaan. (…)13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
Met jouw bijdrage houden we Tweetakt toegankelijk voor iedereen.