'Hij telde tot drie en voor ik het wist rende ik met de groep mee de straat uit.'
Uggs kopen of beginnen met roken: we hebben allemaal weleens iets gedaan om in een groep te passen. De derdejaarsstudenten van de acteursopleiding aan de HKU onderzoeken in de voorstelling Iedereen één of je volledig op kunt gaan in een groep. Wij vroegen spelers Julie, Nora, Annemarije, Emile, Sweder en Barbara naar hun eigen ervaringen. Wanneer hebben zij het gevoel dat ze erbij horen en wanneer voelen ze zich juist anders dan de rest?
Annemarije: ‘Toen ik op de basisschool zat, speelde ik fanatiek hockey. Ik voelde me toen nooit op mijn plek in het team. Veel meisjes waren al vriendinnen via school. Ze hadden het altijd over mensen die ik niet kende en gebeurtenissen die ik niet had meegemaakt. Als het eindelijk ergens over ging waar ik over mee kon praten (zoals katten of Winx Club ofzo), luisterden ze naar mijn opmerking, negeerden die en praatten verder met elkaar alsof ik niet bestond.’
Barbara: ‘Ik was ooit aan het backpacken in Berlijn en ging met een groep anderen uit eten. Opeens riep een jongen: “Okee, zullen we straks weglopen zonder de rekening te betalen?” Hij telde tot drie en voor ik het wist rende ik met de groep mee de straat uit.’
Julie: ‘Ik zou wel eens voor een dag of een week een jongen willen zijn. Het lijkt me leuk om erachter te komen hoe er dan naar je wordt gekeken en met je wordt omgegaan. Mensen zeggen wel eens dat ze geen verschil maken tussen ‘meisjes’ en ‘jongens’, maar dat wil ik nog wel eens zien! Ik wil meemaken hoe het is om te dansen, te flirten, de bus in te stappen zonder kaartje of door de stad te lopen als je eruit ziet als een cis-jongen.’
Nora: ‘Ik had op de basisschool een groepje vriendinnen en een goede vriendin die niet in dat groepje zat. De andere meisjes vonden haar niet leuk. Ik heb mijn goede vriendin toen een aantal keer niet uitgenodigd, want ik was bang dat de meisjes uit het groepje mij minder aardig zouden vinden als ik dat wel deed. Ik weet nu dat die vriendin zich toen buitengesloten voelde. Met haar ben ik nog steeds bevriend, de meisjes van het groepje zie ik niet meer. Aardig gevonden worden door mensen die niet belangrijk voor je zijn is echt geen goede reden om anderen buiten te sluiten.’
Sweder: ‘Ik kan een grote verantwoordelijkheid voor een gesprek binnen een groep voelen. Dan gooi ik een onderwerp op en probeer ik het gesprek aan te zwengelen door mijn mening te laten horen of heel expliciet van anderen te vragen wat ze van iets vinden. Op dat soort momenten vergeet ik dat mensen over het algemeen zelf bepalen wanneer ze iets willen zeggen, dat dit niet altijd gebeurt wanneer ik het verwacht. Achteraf voel ik mij een ongevraagde gespreksleider en snap ik niet waarom ik mij zo opstelde.’
Emile: ‘Nee.’
De voorstelling Iedereen één speelt in augustus en september op Tweetakt.
Met jouw bijdrage houden we Tweetakt toegankelijk voor iedereen.